SV | Maar Jehu nam niet waar te wandelen in de wet des HEEREN, des Gods van Israel, met zijn ganse hart; hij week niet van de zonden van Jerobeam, die Israel zondigen deed. |
WLC | וְיֵה֗וּא לֹ֥א שָׁמַ֛ר לָלֶ֛כֶת בְּתֹֽורַת־יְהוָ֥ה אֱלֹהֵֽי־יִשְׂרָאֵ֖ל בְּכָל־לְבָבֹ֑ו לֹ֣א סָ֗ר מֵעַל֙ חַטֹּ֣אות יָֽרָבְעָ֔ם אֲשֶׁ֥ר הֶחֱטִ֖יא אֶת־יִשְׂרָאֵֽל׃ |
Trans. | wəyēhû’ lō’ šāmar lāleḵeṯ bəṯwōraṯ-JHWH ’ĕlōhê-yiśərā’ēl bəḵāl-ləḇāḇwō lō’ sār mē‘al ḥaṭṭō’wṯ yārāḇə‘ām ’ăšer heḥĕṭî’ ’eṯ-yiśərā’ēl: |
Maar Jehu nam niet waar te wandelen in de wet des HEEREN, des Gods van Israel, met zijn ganse hart; hij week niet van de zonden van Jerobeam, die Israel zondigen deed.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar Jehu nam niet waar te wandelen in de wet des HEEREN, des Gods van Israel, met zijn ganse hart; hij week niet van de zonden van Jerobeam, die Israel zondigen deed.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!